1e Advent, 28 november 2021
In Lucas 2:1-5 wordt uitgelegd wat de aanleiding was voor Jozef en Maria om op te reis te gaan naar Betlehem. Ze gingen niet naar deze plaats omdat ze dat zelf graag wilden, maar omdat ze ertoe verplicht werden door de Romeinse keizer. Keizer Augustus had het bevel bekendgemaakt dat alle inwoners van het Romeinse rijk geteld moesten worden. Om die reden moesten alle mensen terugkeren naar de plaats waar hun familie vandaan kwam, om zich daar te laten inschrijven.
Zulke volkstellingen kwamen in die tijd regelmatig voor. Een heerser kon op deze manier van alles te weten komen over de bewoners van zijn gebied. Hij kon bijvoorbeeld vaststellen hoeveel belasting er per inwoner betaald moest worden en hoeveel mannen in militaire dienst konden. Zo kwam het dus dat Jozef en Maria op weg gingen, helemaal vanuit Nazaret, in Galilea, naar Betlehem, een kleine stad in Judea. Dat is ongeveer 140 kilometer. Een behoorlijk eind voor een reis die te voet of op een ezeltje moest worden afgelegd, zeker voor een vrouw die in verwachting was
Hoe zou dit voor Jozef en Maria geweest zijn? Verplicht op reis, terwijl je arm bent en dus geen geld hebt voor een duur hotel, en terwijl Maria hoogzwanger is? Jozef en Maria zullen zich misschien niet meer dan een nummer hebben gevoeld. Het bevel van de keizer hield geen rekening met hun persoonlijke omstandigheden, het moest gewoon worden opgevolgd. Jozef was maar een eenvoudige timmerman, en tegen een machtige keizer heb je dan weinig in te brengen. Toch kwam er uit dit kille bevel iets moois voort: dankzij de telling ging de profetie over de Messias in vervulling dat Hij in Bethlehem geboren zou worden (Micha 5:1-4).
Lied bij dit verhaal:
Klik op de pagina’s voor het verhaal: