3e Advent, 12 december 2021
Jezus’ leerlingen lopen onderweg met elkaar te kibbelen. Ze discussiëren over de vraag wie van hen de belangrijkste is.
Als ze bij het huis van Petrus zijn aangekomen, vraagt Jezus waarover ze met elkaar gesproken hebben. De leerlingen durven niets te zeggen. Jezus gebruikt deze gebeurtenis om hun iets uit te leggen over hoe je zijn volgeling kunt zijn. ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet zichzelf op de laatste plaats zetten. En hij moet alle anderen dienen,’ zegt Hij. Jezus keert de gewone machtsverhoudingen radicaal om. In het koninkrijk van God is de eerste niet degene die anderen in zijn macht heeft, maar degene die anderen juist dient. Om deze dienstbaarheid te verduidelijken, zet Jezus een kind in het midden van de groep. ‘Als je bij Mij hoort, dan moet je juist voor de minst belangrijke mensen aandacht hebben. Zoals voor zo’n kind.’ In de tijd van het Nieuwe Testament hadden kinderen een lage positie. Ze werden niet gezien als een aparte groep mensen, maar als onvoltooide, nog op te voeden volwassenen. Ze stonden totaal onder het gezag van hun vader, en hadden zelf niets in te brengen. Maar juist zulke ‘onbelangrijke’ mensen, die in de samenleving nauwelijks meetellen, zijn belangrijk voor God! Jezus roept zijn leerlingen op om aandacht te hebben voor deze ‘kleine’ mensen en om open te staan voor hun vragen en verlangens. Want wat je voor hen doet, dat doe je voor Jezus zelf!
Lied bij dit verhaal:
Klik op de pagina’s voor het verhaal: